
onderdelen en kenmerken _19
ONDERDELEN EN KENMERKEN
Andere redenen waarom een kookzone soms
automatisch wordt uitgeschakeld
Alle kookzones worden uitgeschakeld wanneer vloeistof overkookt
en op het bedieningspaneel terechtkomt.
Deze automatische uitschakeling wordt ook geactiveerd wanneer
u een vochtige doek op het bedieningspaneel legt. In beide
gevallen moet het apparaat opnieuw worden ingeschakeld met de
Aan/uit-toets nadat de vloeistof of de doek is verwijderd.
RESTWARMTE-INDICATOR
Wanneer een van de kookzones of de gehele kookplaat
wordt uitgeschakeld, wordt de achtergebleven restwarmte
aangegeven met een , (voor 'heet') op het digitale display
van de desbetreende kookzones. Zelfs nadat de kookzone is
uitgeschakeld, zal de restwarmte-indicator pas uitgaan wanneer
de kookzone is afgekoeld.
U kunt de restwarmte gebruiken voor het ontdooien of het warm
houden van voedsel.
Zolang de indicator restwarmte oplicht is er
verbrandingsgevaar.
Als de stroomvoorziening wordt onderbroken, dooft het
symbool , en is er niet langer informatie beschikbaar
over restwarmte. U kunt zich dan echter nog altijd aan
de kookplaat branden. U kunt dit voorkomen door in de
omgeving van de kookplaat altijd voorzichtig te zijn.
TEMPERATUURDETECTIE
Als de temperatuur van een of meer kookzones om welke
reden dan ook de veiligheidsniveaus overschrijden, worden de
desbetreende kookzones automatisch op een lager vermogen
gezet.
Nadat u klaar bent met het gebruik van de kookplaat, treedt
de ventilator in werking totdat de elektronica van de kookplaat
is afgekoeld. De ventilator wordt automatisch uitgeschakeld,
afhankelijk van de temperatuur van de elektronica.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
(Best)NZ84F7NC6AB_EF_DG68-00513A-01_NL.indd 19 2013-04-18 �� 6:54:50
Comentários a estes Manuais