
40
De programmamodus gebruiken
In de programmamodus worden de sluitertijd en Diafragmawaarde automatisch aangepast waarbij de juiste
helderheid behouden blijft.
1
Zet de modusdraaiknop op P.
2
Stel opties in.
• Voor een lijst met opties, zie
“Uitgebreide opnamefuncties”. (pag. 50)
3
Kadreer het onderwerp en druk [Sluiter]
half in om scherp te stellen.
4
Druk [Sluiter] volledig in om de opname
te starten.
Wat is de programmaverschuivingsmethode?
Bij gebruik van deze functie kunnen de gewenste
sluitertijd en Diafragmawaarde worden gekozen,
terwijl de belichting onveranderd blijft.
De sluitertijd en Diafragmawaarde worden gewijzigd
op basis van de volgende regels.
De beschikbare Diafragmawaarden voor de
belichtingsinstelling kunnen verschillen afhankelijk
van het objectiefmodel.
Draairichting
Aanpassing belichtingsparameters
Linksom
Langere sluiltertijd + hoger
Diafragmawaardegetal
Rechtsom
Kortere sluitertijd + lager
Diafragmawaardegetal
3
-
+
223110
14
M
SF
RGB
ISO
15
F3.5
0001
OIS
Comentários a estes Manuais