
Kopiëren
4.1
4 Kopiëren
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe
u documenten kunt kopiëren.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
•Kopiëren
• De instellingen wijzigen voor elke kopie
• Speciale kopieerfuncties
• Standaardinstellingen wijzigen
• Time-out instellen
Kopiëren
1
Plaats een document op de glasplaat.
2
Pas eventueel met de toetsen op het bedieningspaneel de
kopieerinstellingen aan, zoals het formaat, het contrast en
het soort origineel. Zie pagina 4.1.
U kunt, indien nodig, speciale kopieerfuncties gebruiken,
zoals poster of 2 op 1 vel. Zie pagina 4.3.
3
Druk op
Copies
en geef, indien nodig, met of aan
hoeveel kopieën u wilt maken.
4
Druk op
Start
om het kopiëren te starten.
Het display geeft aan dat de kopie wordt gemaakt.
OPMERKING
: u kunt een kopieertaak annuleren terwijl deze
wordt uitgevoerd. Druk op
Stop/Clear
om het kopiëren te
stoppen.
De instellingen wijzigen voor elke
kopie
Met de toetsen van het bedieningspaneel kunt u alle belangrijke
kopieeropties instellen: het contrast, het type origineel en het
formaat van de kopie. Stel de volgende opties voor de huidige
kopieertaak in voordat u op
Start
drukt om kopieën te maken.
OPMERKING
: als u op
Stop/Clear
drukt tijdens het instellen
van de kopieeropties, worden alle opties die u voor de huidige
kopieertaak hebt ingesteld, geannuleerd en worden de
standaardinstellingen hersteld.
Verkleinen/vergroten
U kunt het formaat van een gekopieerde afbeelding verkleinen
tot 50% of vergroten tot 200% wanneer u originelen kopieert
via de glasplaat.
Zo kiest u een van de vaste zoominstellingen:
1
Druk op
Menu
, waarna
Verkl./Vergr.
verschijnt.
2
Druk op of tot het gewenste formaat verschijnt en
druk op
OK
.
Zo stelt u de exacte vergroting/verkleining in:
1
Druk op
Menu
, waarna
Verkl./Vergr.
verschijnt.
2
Druk op of tot
Aangp.: 50-200%
verschijnt en druk
op
OK
.
3
Druk op of om het gewenste kopieerformaat in te
voeren. Als u de toets ingedrukt houdt, kunt u snel naar
de gewenste waarde bladeren.
4
Druk op
OK
om de selectie op te slaan.
OPMERKING
: als u een verkleinde kopie maakt, is het
mogelijk dat onderaan op de kopie zwarte lijnen verschijnen.
Contrast
Als uw originele document vaag is of juist donkere afbeeldingen
bevat, kunt u het contrast aanpassen om de kopie beter
leesbaar te maken.
1
Druk op
Menu
tot
Tonersterkte
verschijnt op de bovenste
regel van het display.
2
Druk op of om de gewenste contrastmodus te selecteren.
•
Licht
: levert goede resultaten op bij donkere originelen.
•
Normaal
: levert goede resultaten op bij normale getypte
of afgedrukte originelen.
•
Donker
: levert goede resultaten op bij lichte originelen
of met potlood geschreven tekst.
3
Druk op
OK
om de selectie op te slaan.
Soort origineel
Met de instelling van de origineelsoort kunt u de kwaliteit van
de kopie verbeteren door het type document voor de huidige
kopieeropdracht op te geven.
1
Druk op
Menu
tot
Orgineeltype
verschijnt op de
bovenste regel van het display.
2
Druk op of om de gewenste afbeeldingsmodus te
selecteren.
•
Tekst
: voor originelen die voornamelijk tekst bevatten.
•
Tekst/Foto
: voor originelen die zowel tekst als foto's
bevatten.
•
Foto
: voor foto’s.
3
Druk op
OK
om de selectie op te slaan.
Comentários a estes Manuais